Het Urantia Boek

Verhandeling 34

De Moeder-Geest van het Plaatselijk Universum

34:0.1 WANNEER er een Schepper-Zoon wordt gepersonaliseerd door de Universele Vader en de Eeuwige Zoon, dan individualiseert de Oneindige Geest ook een nieuwe, unieke vertegenwoordiging van zichzelf om met deze Schepper-Zoon mee te gaan naar de gebieden in de ruimte en daar zijn metgezel te zijn, eerst bij de fysische organisatie en later bij de schepping van en het dienstbetoon aan de schepselen van dit nieuw geprojecteerde universum.

34:0.2 Een Scheppende Geest reageert op zowel fysische als geestelijke realiteiten en hetzelfde geldt voor een Schepper-Zoon; aldus zijn zij dan ook van dezelfde rang en elkaars partners in het bestuur van een plaatselijk universum in tijd en ruimte.

34:0.3 Deze Dochter-Geesten delen in het wezen van de Oneindige Geest, doch kunnen niet gelijktijdig functioneren in het werk van fysische schepping en in geestelijk dienstbetoon. In de fysische schepping verschaft de Universum-Zoon het patroon, terwijl de Universum-Geest de aanzet geeft tot de materialisatie van fysische werkelijkheden. De Zoon is werkzaam in de krachtontwerpen, doch de Geest transformeert deze energiescheppingen tot fysische substanties. Ofschoon het wat moeilijk is om deze vroege universum-tegenwoordigheid van de Oneindige Geest als een persoon af te schilderen, is de Geest-partner niettemin persoonlijk voor de Schepper-Zoon en heeft zij altijd gefunctioneerd als een onmiskenbaar individueel wezen.

1. De personalisatie van de Scheppende Geest

34:1.1 Nadat de fysische organisatie van een cluster van sterren en planeten voltooid is en de energiecircuits door de krachtcentra van het superuniversum tot stand zijn gebracht, na al dit voorbereidende scheppingswerk door de instanties van de Oneindige Geest, werkend door, en onder leiding van, zijn scheppende focalisering in het plaatselijk universum, gaat van de Michael-Zoon de proclamatie uit dat thans het leven geprojecteerd gaat worden in dit nieuw georganiseerde universum. Nadat het Paradijs deze intentieverklaring heeft erkend, vindt er in de Paradijs-Triniteit een reactie van goedkeuring plaats, die wordt gevolgd door het verdwijnen, in het geestelijk schijnsel van de Godheden, van de Meester-Geest in wiens superuniversum deze nieuwe schepping wordt georganiseerd. Ondertussen komen de andere Meester-Geesten dicht naar dit centrale verblijf van de Paradijs-Godheden toe en wanneer vervolgens de door de Godheid omhelsde Meester-Geest opnieuw tevoorschijn komt, zodat hij door zijn collega’s kan worden herkend, vindt er iets plaats wat bekend staat als een ‘primaire eruptie.’ Dit is een geweldige geestelijke flits, een verschijnsel dat duidelijk kan worden waargenomen zelfs vanuit het verre hoofdkwartier van het betrokken superuniversum; tegelijk met deze grotendeels onbegrepen manifestatie van de Triniteit vindt er een duidelijke verandering plaats in de natuur van de scheppende geest-tegenwoordigheid en kracht van de Oneindige Geest die in het betreffende plaatselijk universum resideert. In respons op deze Paradijs-verschijnselen personaliseert er ogenblikkelijk, in de tegenwoordigheid van de Schepper-Zoon zelve, een nieuwe persoonlijke vertegenwoordiging van de Oneindige Geest. Dit is de Goddelijke Hulp en Bij- stand. De geïndividualiseerde Scheppende Geest, de helper van de Schepper-Zoon, is zijn per- soonlijke scheppende deelgenote geworden, de Moeder-Geest van het plaatselijk universum.

34:1.2 Uit en door deze nieuwe persoonlijke afsplitsing van de Vereende Schepper komen de ingestelde stromen en verordineerde circuits van geest-kracht en geestelijke invloed voort, die bestemd zijn om alle werelden en wezens van dat plaatselijk universum te doordringen. In werkelijkheid is deze nieuwe, persoonlijke tegenwoordigheid slechts een transformatie van de preëxistente, minder persoonlijke deelgenote van de Zoon bij zijn eerdere arbeid van de fysische organisatie van het universum.

34:1.3 Dit ontzagwekkende gebeuren wordt hier in slechts enkele woorden weergegeven, maar dit is ongeveer alles wat u verteld kan worden aangaande deze gewichtige verrichtingen. Zij vinden in een ogenblik plaats, ze zijn onnaspeurlijk en onbegrijpelijk; het geheim van hun techniek en procedure berust in de boezem van de Triniteit op het Paradijs. Van slechts één ding zijn wij zeker: de Geest-tegenwoordigheid in het plaatselijk universum was gedurende de tijd van de zuiver fysische schepping of organisatie onvolledig gedifferentieerd van de Oneindige Geest van het Paradijs, terwijl de manifestatie van de Oneindige Geest in het plaatselijk universum na de herverschijning van de toezichthoudende Meester-Geest uit de geheime omhelzing van de Goden en na de flits van geestelijke energie, plotseling volledig verandert in de persoonlijke gelijkenis van de Meester-Geest die in transmuterende verbinding heeft gestaan met de Oneindige Geest. De Moeder-Geest van het plaatselijk universum verkrijgt alzo een persoonlijke natuur die is getint door de natuur van de Meester-Geest van het superuniversum tot welks astronomisch rechtsgebied zij behoort.

34:1.4 Deze gepersonaliseerde tegenwoordigheid van de Oneindige Geest, de Scheppende Moeder-Geest van het plaatselijk universum, wordt in Satania de Goddelijke Hulp en Bijstand genoemd. In ieder praktisch en geestelijk opzicht is deze manifestatie van de Godheid een goddelijk individu, een geest-persoon. Zo wordt zij dan ook erkend en gezien door de Schepper-Zoon. En door deze localisatie en personalisatie van de Derde Bron en Centrum in ons plaatselijk universum nu kon de Geest zich vervolgens zo volledig onderwerpen aan de Schepper-Zoon, dat van deze Zoon naar waarheid gezegd werd: ‘Alle macht in hemel en op aarde zijn aan hem toevertrouwd.’

2. De Natuur van de Goddelijke Hulp en Bijstand

34:2.1 Na de duidelijke persoonlijkheidsmetamorfose die de Goddelijke Hulp en Bijstand ondergaat ten tijde van de schepping van leven, functioneert zij vervolgens als een persoon en werkt zij op zeer persoonlijke wijze samen met de Schepper-Zoon bij de planning en het regelen van de veelomvattende aangelegenheden van hun plaatselijke schepping. Vele typen universumwezens lijkt zelfs deze vertegenwoordiging van de Oneindige Geest soms niet geheel persoonlijk toe in de tijdperken die voorafgaan aan de laatste zelfschenking van de Michael, doch wanneer de Schepper-Zoon is verheven tot het soevereine gezag van een Meester-Zoon, nemen de persoonlijke kwaliteiten van de Scheppende Moeder-Geest zodanig toe, dat zij als persoonlijk wordt herkend door alle wezens die met haar in aanraking komen.

34:2.2 Vanaf het begin van haar associatie met de Schepper-Zoon bezit de Universum-Geest alle attributen van fysische controle van de Oneindige Geest, waarbij inbegrepen de volle begiftiging met anti-zwaartekracht. Wanneer de Universum-Geest de status van persoonlijkheid heeft bereikt, oefent zij in het plaatselijk universum een even volledige en sterke controle uit op de bewustzijnszwaartekracht, als de Oneindige Geest zou uitoefenen indien deze persoonlijk aanwezig zou zijn.

34:2.3 In ieder plaatselijk universum functioneert de Goddelijke Hulp en Bijstand overeenkomstig de natuur en inherente kenmerken van de Oneindige Geest, zoals belichaamd in een der Zeven Meester-Geesten van het Paradijs. Hoewel er een fundamentele uniformiteit van karakter bestaat bij alle Universum-Geesten, is er ook een verscheidenheid in hun functioneren, bepaald door de Meester-Geest door welke zij zijn ontstaan. Dit verschil in oorsprong vormt een verklaring voor de uiteenlopende technieken in het functioneren van de Moeder-Geesten van de plaatselijke universa in de verschillende superuniversa. Doch in alle wezenlijke geestelijke eigenschappen zijn deze Geesten identiek, even geestelijk en geheel goddelijk, ongeacht de verschillen tussen de superuniversa.

34:2.4 De Scheppende Geest is samen met de Schepper-Zoon verantwoordelijk voor het voortbrengen van de schepselen van de werelden en staat de Zoon immer bij in al zijn inspanningen om deze scheppingen te schragen en te bewaren. Het leven wordt geschonken en in stand gehouden door de werkzaamheid van de Scheppende Geest. ‘Zendt Gij uw Geest uit, zij worden geschapen. Gij vernieuwt het gelaat van de aardbodem.’

34:2.5 Bij de schepping van een universum met intelligente schepselen functioneert de Scheppende Moeder-Geest eerst in de sfeer van universum-volmaaktheid en werkt zij samen met de Schepper-Zoon om de Blinkende Morgenster voort te brengen. In het verdere verloop benaderen de afstammelingen van de Geest steeds meer de orde van geschapen wezens op de planeten, net zoals de Zonen een afdalende reeks vormen van de Melchizedeks tot de Materiële Zonen, die daadwerkelijk contact maken met de stervelingen van hun gebieden. Bij de latere evolutie van de sterfelijke schepselen verschaffen de Zonen van de orde der Leven-Dragers het fysieke lichaam, dat vervaardigd wordt uit het bestaande organische materiaal van het betreffende gebied, terwijl de Universum-Geest de ‘adem des levens’ bijdraagt.

34:2.6 Ook al loopt het zevende segment van het groot universum in vele opzichten enigszin achter in ontwikkeling, toch zien aandachtige kenners van onze problemen de evolutie tegemoet van een buitengewoon evenwichtige schepping in de komende eeuwen. Wij voorspellen deze hoge mate van symmetrie in Orvonton gezien het feit dat de leidinggevende Geest van dit super-universum het hoofd is van de Meester-Geesten in den hoge, omdat hij een geest-verstandelijk wezen is dat de uitgebalanceerde eenheid en volmaakte coördinatie belichaamt van de eigenschappen en het karakter van alledrie de eeuwige Godheden. Wij zijn traag en achtergebleven in vergelijking met andere sectoren, maar er wacht ons in de eeuwige tijdperken van de toekomstige eeuwen ongetwijfeld een transcendente ontwikkeling en een ongekend niveau van verworvenheden, dat bereikt zal worden.

3. De Zoon en de Geest in tijd en ruimte

34:3.1 Noch de Eeuwige Zoon, noch de Oneindige Geest, zijn door de tijd of door de ruimte beperkt of bepaald, doch de meesten van hun afstammelingen zijn dit wel.

34:3.2 De Oneindige Geest doordringt alle ruimte en bewoont de cirkel der eeuwigheid. Toch moeten de persoonlijkheden van de Oneindige Geest in hun persoonlijke contact met de kinderen in de tijd dikwijls rekening houden met tijdsfactoren, ofschoon niet zeer vaak met de ruimte. Vele vormen van bewustzijnsdienstbetoon negeren de ruimte, doch ondervinden een tijdsverloop bij het coördineren van uiteenlopende niveaus van universum-werkelijkheid. Een Solitaire Boodschapper is bijna geheel onafhankelijk van de ruimte, behalve dat er daadwerkelijk tijd nodig is om van de ene locatie naar de volgende te reizen. En er bestaan nog andere gelijksoortige wezens die u onbekend zijn.

34:3.3 Met betrekking tot haar persoonlijke prerogatieven is een Scheppende Geest geheel en al onafhankelijk van de ruimte, maar niet van de tijd. Er bevindt zich geen gespecialiseerde persoonlijke vertegenwoordiging van zulk een Universum-Geest op de hoofdkwartieren van de constellaties of op die der stelsels. Zij is overal in gelijke mate diffuus aanwezig in haar ganse plaatselijk universum en is daarom even letterlijk en persoonlijk aanwezig op één wereld als op iedere andere.

34:3.4 Alleen met betrekking tot het tijdselement is een Scheppende Geest steeds beperkt in haar dienstbetoon in het universum. Een Schepper-Zoon handelt overal in zijn universum ogenblikkelijk, maar de Scheppende Geest dient rekening te houden met de tijd bij haar toediening van het universeel bewustzijn, behalve voorzover zij zich bewust en opzettelijk bedient van de persoonlijke prerogatieven van de Universum-Zoon. In haar zuivere-geest-functie handelt de Scheppende Geest eveneens onafhankelijk van de tijd, en evenzo in haar samenwerking met de mysterieuze functie der universum-reflectiviteit.

34:3.5 Ofschoon het geest-zwaartekrachtcircuit van de Eeuwige Zoon onafhankelijk werkt van zowel tijd als ruimte, zijn niet alle functies van de Schepper-Zonen vrij van ruimtebeperkingen. Als wij een uitzondering maken voor hun verrichtingen op de evolutionaire werelden, lijken deze Michael-Zonen in staat om betrekkelijk onafhankelijk van de tijd te werken. Een Schepper-Zoon wordt niet belemmerd door de tijd, doch hij is niet onafhankelijk van de ruimte: hij kan niet persoonlijk op twee plaatsen tegelijk zijn. Michael van Nebadon handelt tijdloos binnen zijn eigen universum, en via de reflectiviteit praktisch ook in het superuniversum. Hij communiceert tijdloos en direct met de Eeuwige Zoon.

34:3.6 De Goddelijke Hulp en Bijstand is de begripvolle helpster van de Schepper-Zoon, en stelt hem in staat zijn inherente beperkingen met betrekking tot de ruimte te overwinnen en goed te maken, want wanneer deze twee als een bestuurlijke eenheid functioneren, zijn zij praktisch onafhankelijk van tijd en ruimte binnen de grenzen van hun plaatselijke schepping. De Schepper-Zoon en de Scheppende Geest functioneren derhalve onafhankelijk van tijd en ruimte zoals overal in een plaatselijk universum in de praktijk wordt waargenomen, aangezien ieder van hen altijd beschikt over de tijd- en ruimte-vrijheid van de ander.

34:3.7 Alleen absolute wezens zijn onafhankelijk van tijd en ruimte in de absolute zin. De ondergeschikte personen van zowel de Eeuwige Zoon als de Oneindige Geest zijn in meerderheid onderworpen aan tijd en ruimte.

34:3.8 Wanneer een Scheppende Geest ‘ruimte-bewust’ wordt, is zij bezig zich op te maken om een gespecificeerd ‘ruimte-domein’ te erkennen als het hare, een gebied waar zij vrij van de ruimte zal zijn, in tegenstelling tot alle andere ruimte waardoor zij beperkt zou zijn. Men is slechts vrij om te kiezen en te handelen binnen het gebied van zijn bewustheid.

4. De circuits van het Plaatselijk Universum

34:4.1 Er zijn drie duidelijk onderscheiden geest-circuits in het plaatselijk universum Nebadon:

34:4.2 1. de geschonken geest van de Schepper-Zoon, de Trooster, de Geest van Waarheid;

34:4.3 2. het geest-circuit van de Goddelijke Hulp en Bijstand, de Heilige Geest;

34:4.4 3. het circuit van intelligentie-toediening, waaronder de min of meer geünificeerde activiteiten maar het verschillend functioneren van de zeven assistent-bewustzijnsgeesten.

34:4.5 De Schepper-Zonen zijn begiftigd met een geest van universum-presentie die in vele opzichten analoog is aan die der Zeven Meester-Geesten van het Paradijs. Dit is de Geest van Waarheid, die door een zelfschenking-Zoon over een wereld wordt uitgestort wanneer hij het geestelijk eigendomsrecht van die wereld heeft ontvangen. Deze geschonken Trooster is de geestelijke kracht waardoor alle zoekers naar waarheid immer worden aangetrokken tot Hem die de verpersoonlijking van waarheid is in het plaatselijk universum. Deze geest is een intrinsieke kwaliteit van de Schepper-Zoon, zij komt voort uit zijn goddelijke natuur precies zoals de hoofdcircuits van het groot universum voortkomen uit de persoonlijke tegenwoordigheid van de Paradijs-Godheden.

34:4.6 De Schepper-Zoon kan komen en gaan, zijn persoonlijke tegenwoordigheid kan in het plaatselijk universum zijn of elders; toch functioneert de Geest van Waarheid ongestoord, want ofschoon deze goddelijke presentie voortkomt uit de persoonlijkheid van de Schepper-Zoon, is zij functioneel geconcentreerd in de persoon van de Goddelijke Hulp en Bijstand.

34:4.7 De Moeder-Geest van het Universum verlaat echter nimmer de hoofdkwartierwereld van het plaatselijk universum. De geest van de Schepper-Zoon kan onafhankelijk van de persoonlijke aanwezigheid van de Zoon functioneren, en doet dit, doch dit is niet het geval met haar persoonlijke geest. De Heilige Geest van de Goddelijke Hulp en Bijstand zou niet-functioneel worden indien haar persoonlijke tegenwoordigheid van Salvington zou worden verwijderd. Haar geest-tegenwoordigheid lijkt verankerd te zijn op de hoofdkwartierwereld van het universum, en juist dit feit stelt de geest van de Schepper-Zoon in staat om onafhankelijk te functioneren van de verblijfplaats van de Zoon. De Moeder-Geest van het Universum treedt op als focus en centrum zowel van de Geest van Waarheid in het universum, als van haar eigen persoonlijke invloed, de Heilige Geest.

34:4.8 De Schepper-Vader-Zoon en de Scheppende Moeder-Geest dragen beiden op verschillende wijze bij aan het bewustzijn waarmee hun kinderen in het plaatselijk universum worden begiftigd. De Scheppende Geest verleent echter pas bewustzijn nadat zij persoonlijke prerogatieven heeft ontvangen.

34:4.9 De super-evolutionaire orden van persoonlijkheid in een plaatselijk universum worden begiftigd met het superuniversum-patroon van bewustzijn van het type van dat plaatselijk universum. De menselijke en submenselijke orden van evolutionair leven ontvangen de soorten bewustzijnsbijstand die door assistent-geesten worden verleend.

34:4.10 De zeven assistent-bewustzijnsgeesten zijn de schepping van de Goddelijke Hulp en Bijstand van een plaatselijk universum. Deze bewustzijnsgeesten lijken op elkaar in karakter, maar zijn verschillend in kracht, en allen hebben gelijkelijk deel aan de natuur van de Universum-Geest, ofschoon zij los van hun Moeder-Schepper eigenlijk niet als persoonlijkheden worden gezien. De zeven assistenten hebben de volgende namen gekregen: de geest van wijsheid, de geest van godsverering, de geest van overleg, de geest van kennis, de geest van moed, de geest van begrip, de geest van intuïtie — van snelle waarneming.

34:4.11 Dit zijn de ‘zeven geesten van God,’ ‘als lampen brandende voor de troon,’ die de profeet zag in visionaire symbolen. Hij zag echter niet de zetels van de vierentwintig wachters rond deze zeven assistent-bewustzijnsgeesten. Dit verslag geeft twee voorstellingen weer die met elkaar zijn verward, één die betrekking heeft op het hoofdkwartier van het universum, en de andere op de hoofdwereld van het stelsel. De zetels van de vierentwintig oudsten zijn op Jerusem, het hoofdkwartier van uw plaatselijk stelsel van bewoonde werelden.

34:4.12 Maar het was over Salvington dat Johannes schreef: ‘En uit de troon kwamen voort bliksemstralen, donderslagen, en stemmen’ – de uitzendingen van het universum naar de plaatselijke stelsels. Hij zag ook de richtinggevende controleschepselen van het plaatselijk universum, het levende kompas van de hoofdkwartierwereld. Deze richtinggevende controle in Nebadon wordt gehandhaafd door de vier controleschepselen van Salvington, die opereren via de universum-stromen en bekwaam worden bijgestaan door de eerste functionerende bewustzijnsgeest, de assistent van intuïtie, de geest van ‘snel begrip.’ De beschrijving van deze vier schepselen – die dieren genoemd worden – is echter treurig ontsierd; zij zijn van een weergaloze schoonheid en hebben een verfijnde lichaamsvorm.

34:4.13 De vier streken van het kompas zijn universeel en inherent in het leven in Nebadon. Alle levende schepselen bezitten lichaamseenheden die gevoelig zijn voor en responsief op deze richtinggevende stromen. Deze scheppingen van schepselen worden door het universum heen verder gedupliceerd tot naar de individuele planeten, en in combinatie met de magnetische krachten van de werelden, activeren zij de talloze microscopisch kleine lichaampjes in het dierlijke organisme zodanig, dat deze richtingcellen steeds naar het noorden en zuiden wijzen. Op deze wijze ligt het oriënteringsvermogen voorgoed vast in de levende wezens van het universum. Het mensdom is niet geheel verstoken van dit gevoel, als een bewust besef. Deze cellen werden voor het eerst op Urantia waargenomen rond de tijd van deze verhandeling.

5. Het dienstbetoon van de Geest

34:5.1 De Goddelijke Hulp en Bijstand werkt samen met de Schepper-Zoon bij het ontwerpen van leven en de schepping van wezens van nieuwe orden tot aan de tijd van zijn zevende zelfschenking, en blijft vervolgens, na diens verheffing tot de volle soevereiniteit over het universum, met de Zoon en met de uitgestorte geest van de Zoon samenwerken in de verdere arbeid van dienstbetoon aan de werelden en de ontwikkeling der planeten.

34:5.2 Op de bewoonde werelden begint de Geest, uitgaande van het levenloze materiaal van het gebied, het werk der evolutionaire vooruitgang met de schenking van eerst het plantaardige leven, dan de dierlijke organismen, en vervolgens de eerste orden der menselijke levensvormen; iedere volgende verlening draagt bij tot de verdere ontvouwing van het evolutionaire potentieel van planetaire levensvormen, van de eerste primitieve stadia tot het verschijnen van wilsschepselen. Deze arbeid van de Geest wordt grotendeels bewerkstelligd door de zeven assistenten, de geesten van belofte, het unificerende en coördinerende geest-bewustzijn van de evoluerende planeten, die de geslachten der mensen immer eendrachtig tot hogere ideeën en geestelijke idealen brengen.

34:5.3 De sterfelijke mens ervaart het dienstbetoon van de Geest in combinatie met bewustzijn voor het eerst wanneer het zuiver dierlijke bewustzijn van evolutionaire schepselen het vermogen ontwikkelt om ontvankelijk te zijn voor de assistenten van godsverering en wijsheid. Dit dienstbetoon van de zesde en zevende assistent geeft aan dat de evolutie van het bewustzijn de drempel naar geestelijk dienstbetoon overschrijdt. Zo’n bewustzijn waarin godsverering en wijsheid functioneren, wordt dan ook onmiddellijk opgenomen in de geestelijke circuits van de Goddelijke Hulp en Bijstand.

34:5.4 Wanneer bewustzijn aldus het dienstbetoon van de Heilige Geest ontvangt, bezit het het vermogen om (bewust of onbewust) de geestelijke aanwezigheid van de Universele Vader te verkiezen – de Gedachtenrichter. Doch pas wanneer een zelfschenking-Zoon de Geest van Waarheid heeft vrijgemaakt voor planetair dienstbetoon aan alle stervelingen, worden alle mensen met een normaal bewustzijn automatisch gereedgemaakt om de Gedachtenrichters te ontvangen. De Geest van Waarheid werkt als één samen met de presentie van de geest van de Goddelijke Hulp en Bijstand. Deze tweevoudige geestverbinding zweeft boven de werelden en tracht waarheid te onderrichten en het bewustzijn der mensen geestelijk te verlichten, de zielen der schepselen van de opklimmende geslachten te inspireren, en de volkeren die op de evolutionaire planeten wonen steeds naar het Paradijs-doel van hun goddelijke bestemming te leiden.

34:5.5 Ofschoon de Geest van Waarheid wordt uitgestort op alle vlees, wordt deze geest van de Zoon in zijn functie en kracht bijna geheel beperkt door ’s mensen persoonlijke aanvaarding van de som en kern van de zending van de zelfschenking-Zoon. De Heilige Geest is ten dele onafhankelijk van de menselijke instelling en ten dele afhankelijk van de besluiten en medewerking van ’s mensen wil. Niettemin wordt het dienstbetoon van de Heilige Geest steeds doeltreffender bij het heiligen en vergeestelijken van het innerlijk leven van de stervelingen die het meeste gehoorgeven aan de goddelijke leiding.

34:5.6 Als individuele mens bezit ge persoonlijk geen afzonderlijk gedeelte of entiteit van de geest van de Schepper-Vader-Zoon of van de Scheppende Moeder-Geest; deze vormen van dienstbetoon maken geen contact met, en wonen niet in, de denkcentra van het bewustzijn van de individuele mens, zoals de Geheimnisvolle Mentoren dat wèl doen. Gedachtenrichters zijn welomschreven individualisaties van de voorpersoonlijke werkelijkheid van de Universele Vader, die daadwerkelijk in het sterfelijk bewustzijn wonen als een echt onderdeel van dat bewustzijn, en zij werken altijd in volmaakte harmonie samen met de gezamenlijke geesten van de Schepper-Zoon en de Scheppende Geest.

34:5.7 De tegenwoordigheid van de Heilige Geest van de Universum-Dochter van de Oneindige Geest, van de Geest van Waarheid van de Universum-Zoon van de Eeuwige Zoon, en van de Richter-geest van de Paradijs-Vader in of bij een evolutionaire sterveling, wijst op de symmetrie van geestelijke begiftiging en dienstbetoon, en stelt zo’n sterveling in staat om bewust het geloofsfeit van het zoonschap bij God te beseffen.

6. De Geest in de mens

34:6.1 Wanneer de evolutie van een bewoonde planeet vordert en zijn bewoners verder vergeestelijken, kunnen er nog meer geestelijke invloeden worden ontvangen door deze rijpe persoonlijkheden. Naarmate stervelingen voortgang maken in de beheersing van hun denken en in geest-inzicht, worden deze meervoudige vormen van geestelijk dienstbetoon steeds gelijkwaardiger in functie: in toenemende mate raken zij vermengd met het overkoepelend dienstbetoon van de Paradijs-Triniteit.

34:6.2 Ofschoon Goddelijkheid meervoudig in manifestatie kan zijn, is de Godheid in de menselijke ervaring enkelvoudig, altijd één. Geestelijk dienstbetoon is in de menselijke ervaring ook niet meervoudig. Ongeacht hun meervoudige oorsprong zijn alle geestelijke invloeden één in functie. Zij zijn inderdaad één, want zij zijn het geest-dienstbetoon van God de Zevenvoudige in en aan de schepselen van het groot universum; en naarmate de schepselen groeien in waardering en ontvankelijkheid voor dit unificerend dienstbetoon van de geest, wordt het in hun ervaring het dienstbetoon van God de Allerhoogste.

34:6.3 Vanuit de hoogten der eeuwige heerlijkheid daalt de goddelijke Geest een lange reeks van treden af, om u tegemoet te komen zoals ge zijt en waar ge zijt, en om dan in het partnerschap van het geloofsvertrouwen de ziel van sterfelijke oorsprong liefdevol te omhelzen en langs de treden van minzaamheid de veilige en zekere terugkeer te aanvaarden, nimmer aflatend totdat de evolutionaire ziel veilig is verheven is tot de hoogten van gelukzaligheid vanwaar de goddelijke Geest oorspronkelijk was uitgetogen op deze missie van barmhartigheid en dienstbetoon.

34:6.4 Geestelijke krachten zoeken en bereiken feilloos hun eigen niveau van oorsprong. Uitgegaan van de Eeuwige, zullen zij zeker daarheen terugkeren en alle kinderen uit tijd en ruimte met zich meevoeren die de leiding en het onderricht van de inwonende Richter hebben aangenomen, zij die waarlijk ‘geboren zijn uit de Geest,’ de geloofszonen van God.

34:6.5 De goddelijke Geest is de bron van voortdurende bijstand aan en bemoediging van de kinderen der mensen. Uw kracht en prestatie is ‘naar zijn ontferming, door de vernieuwing door de Geest.’ Geestelijk leven wordt, evenals fysische energie, verbruikt. Geestelijke inspanning heeft een betrekkelijke geestelijke uitputting tot gevolg. De gehele opklimmingservaring is zowel werkelijk als geestelijk; derhalve staat er naar waarheid geschreven: ‘De Geest is het die levend maakt.’ ‘De Geest geeft leven.’

34:6.6 De dode theorie van zelfs de hoogste godsdienstige leerstellingen is niet bij machte het menselijk karakter te transformeren of het gedrag van de sterveling te beheersen. Wat de wereld van vandaag nodig heeft is de waarheid waarvan uw leraar oudtijds zei: ‘Niet slechts in woorden, maar ook in kracht en in de Heilige Geest.’ Het zaad van theoretische waarheid is dood en de hoogste morele ideeën blijven zonder uitwerking, tenzij en totdat de goddelijke Geest zijn adem laat gaan over de vormen van waarheid en de formules van rechtvaardigheid levend maakt.

34:6.7 Zij die de inwoning Gods hebben ontvangen en erkend, zijn uit de Geest geboren. ‘Gij zijt de tempel Gods en Gods geest woont in u.’ Het is niet voldoende dat deze geest over u wordt uitgestort: de goddelijke Geest moet ieder aspect der menselijke ervaring regeren en beheersen.

34:6.8 Het is de tegenwoordigheid van de goddelijke Geest, het water des levens, die de verterende dorst van de onvoldaanheid van de sterveling en de onbeschrijflijke honger van het niet-vergeestelijkte menselijke bewustzijn voorkomt. Geest-gemotiveerde wezens zijn ‘nimmer dorstig, want dit geestelijk water zal een bron van voldoening in hen zijn die opwelt tot in het eeuwigdurend leven.’ Met betrekking tot de vreugden van het leven en de voldoeningen van het aardse bestaan, zijn zulke goddelijk gelaafde zielen nagenoeg onafhankelijk van hun materiële omgeving. Zij worden geestelijk verlicht en verfrist, moreel gesterkt en begiftigd.

34:6.9 In iedere sterveling leeft een tweevoudige natuur: de erfenis van dierlijke neigingen en de hoge impuls van de geest waarmee hij is begiftigd. Tijdens het korte leven dat ge op Urantia leidt, kunnen deze twee verschillende, tegengestelde impulsen zelden volledig met elkaar worden verzoend; zij kunnen moeilijk geharmoniseerd en verenigd worden; uw leven lang staat de gecombineerde Geest u echter bij om u te helpen het vlees steeds meer te onderwerpen aan de leiding van de Geest. Ook al moet ge uw materiële leven tot het einde doormaken en al kunt ge niet aan het lichaam en zijn behoeften ontkomen, niettemin wordt ge in staat gesteld om in doelstelling en idealen de dierlijke natuur meer en meer te onderwerpen aan de heerschappij van de Geest. Er bestaat in u waarlijk een samenzwering van geestelijke krachten, een verbond van goddelijke machten die uitsluitend ten doel hebben u ten slotte te bevrijden van materiële gebondenheid en eindige belemmeringen.

34:6.10 De bedoeling van al deze bijstand is, ‘Dat ge versterkt moogt worden met kracht door Zijn geest in de innerlijke mens.’ En dit alles betekent nog maar een voorbereidende schrede op de weg naar het uiteindelijke bereiken van de volmaaktheid van geloofsvertrouwen en dienstbaarheid, de ervaring waarin ge ‘vervuld’ zult worden ‘met alle volheid van God,’ ‘want allen die door de geest Gods geleid worden, zijn de zonen Gods.’

34:6.11 De Geest drijft nooit, maar leidt alleen. Indien ge een gewillige leerling zijt, indien ge geest-niveaus en goddelijke hoogten wilt bereiken, en indien ge oprecht verlangt het eeuwige doel te bereiken, dan zal de goddelijke Geest u zachtkens en liefdevol langs het pad van zoonschap en geestelijke vooruitgang leiden. Iedere stap die ge zet, moet blijk geven van bereidwilligheid, intelligente en blijmoedige medewerking. De heerschappij van de Geest wordt nimmer bezoedeld door dwang, of gecompromitteerd door onvrijwilligheid.

34:6.12 En wanneer zulk een leven onder leiding van de geest vrijelijk en intelligent wordt aanvaard, ontwikkelt zich in het bewustzijn van de mens geleidelijk een positief besef van goddelijk contact en de zekerheid van geestelijke gemeenschap; vroeg of laat ‘getuigt de Geest met uw geest (de Richter) dat gij een kind van God zijt.’ Uw eigen Gedachtenrichter heeft u reeds verteld van uw verwantschap met God, zodat de schrift verklaart dat de Geest getuigt ‘met uw geest,’ niet aan uw geest.

34:6.13 Wanneer een mens zich bewust wordt dat zijn leven wordt beheerst door de geest, gaat dit besef weldra gepaard met steeds toenemende blijken van de kenmerken van de Geest in de levensreacties van zulk een door de geest geleide sterveling, ‘want de vruchten van de geest zijn liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, en zelfbeheersing.’ Zulke door de geest geleide en goddelijk verlichte stervelingen, die nog de nederige paden van moeizame arbeid begaan en in menselijke getrouwheid de plichten van hun aardse taken volbrengen, zijn intussen reeds begonnen de lichten van het eeuwige leven te ontwaren die op de verre kusten van een andere wereld schemeren; zij zijn reeds de werkelijkheid gaan begrijpen van de inspirerende, troostende waarheid: ‘Het koninkrijk Gods is geen spijs en drank, maar rechtvaardigheid, vrede, en blijdschap in de Heilige Geest.’ En gedurende iedere beproeving en in iedere tegenspoed worden uit de geest geboren zielen geschraagd door de hoop die alle vrees te boven gaat, omdat de liefde Gods in ieder hart wordt uitgestort door de aanwezigheid van de Goddelijke geest.

7. De Geest en het vlees

34:7.1 Het vlees, de aangeboren natuur die van de geslachten van dierlijke oorsprong stamt, draagt niet van nature de vruchten van de goddelijke Geest. Wanneer de natuur van de sterveling op hoger niveau is gebracht door de toevoeging van de natuur van de Materiële Zonen van God, zoals de volken van Urantia in zekere mate vooruit zijn gebracht door de zelfschenking van Adam, dan is er een betere weg gebaand voor de Geest van Waarheid om samen te werken met de inwonende Richter teneinde in het karakter de schone oogst aan vruchten van de geest voort te brengen. Indien ge deze geest niet afwijst ‘zal hij u de weg wijzen tot alle waarheid,’ ook al zal hij de eeuwigheid misschien nodig hebben om deze opdracht te vervullen.

34:7.2 Evolutionaire stervelingen die wonen op normale werelden, waar geestelijke vooruitgang heerst, ervaren niet de hevige conflicten tussen de geest en het vlees die de huidige volken van Urantia kenmerken. Maar zelfs op de meest ideale planeten moet de voor-Adamische mens positieve inspanningen aan de dag leggen om van het zuiver dierlijke bestaansniveau, via opeenvolgende niveaus van steeds intellectuelere betekenissen en hogere geestelijke waarden omhoog te komen.

34:7.3 De stervelingen op een normale wereld ervaren geen voortdurende strijd tussen hun lichamelijke en geestelijke natuur. Zij zien zich wel geplaatst voor de noodzaak om op te klimmen van de dierlijke niveaus van bestaan naar de hogere niveaus van geestelijk leven, doch vergeleken met de hevige conflicten van de stervelingen van Urantia op dit gebied van de divergente materiële en geestelijke natuur, heeft deze opgang meer het karakter van een leerzame opleiding.

34:7.4 De volkeren van Urantia lijden onder de gevolgen van het feit dat zij tweemaal verstoken zijn gebleven van hulp bij deze taak om progressieve geestelijke vooruitgang voor de planeet te bewerkstelligen. De Caligastia-beroering heeft de gehele wereld in verwarring gestort en alle volgende generaties beroofd van de morele bijstand die een goed geordende gemeenschap hun verschaft zou hebben. Maar de nalatigheid van Adam was nog rampzaliger, omdat deze de volkeren beroofde van een fysieke natuur van de superieure soort, die beter zou hebben gestrookt met geestelijke aspiraties.

34:7.5 De stervelingen van Urantia zijn gedwongen tot deze uitgesproken strijd tussen de geest en het vlees, omdat hun verre voorouders niet vollediger zijn geAdamiseerd door de zelfschenking in Eden. Het goddelijke plan was dat de geslachten der stervelingen op Urantia fysieke gedaanten zouden krijgen die van nature meer responsief zijn op geest.

34:7.6 Ondanks deze dubbele ramp voor ’s mensen natuur en zijn omgeving zouden de nu levende stervelingen deze ogenschijnlijke oorlog tussen het vlees en de geest minder sterk ervaren, indien zij zouden willen binnengaan in het geestelijke koninkrijk waar de geloofszonen van God een betrekkelijke bevrijding genieten van de slavernij van het vlees in het verlichte, bevrijdende dienstbetoon van oprechte toewijding aan het doen van de wil van de Vader in de hemel. Jezus heeft de mensheid de nieuwe manier van sterfelijk leven getoond, waardoor mensen voor een zeer groot gedeelte kunnen ontkomen aan de rampzalige gevolgen van de rebellie van Caligastia en waardoor de ontberingen die het gevolg zijn van de Adamische nalatigheid zeer doeltreffend worden gecompenseerd. ‘De geest van het leven van Christus Jezus heeft ons vrijgemaakt van de wet van het dierlijk leven en de verzoekingen van het kwaad en de zonde.’ ‘Dit is de overwinning die het vlees overwint, te weten uw geloof.’

34:7.7 De Godkennende mannen en vrouwen die uit de Geest zijn geboren, ondervinden niet méér conflicten met hun sterfelijke natuur dan de inwoners van de meest normale werelden, planeten die nimmer bezoedeld zijn geweest door zonde of door rebellie zijn getroffen. Geloofszonen werken op intellectuele niveaus en leven op geestelijke hoogten ver boven de conflicten die voortkomen uit onbeheerste of onnatuurlijke fysieke verlangens. De normale neigingen van dierlijke wezens en de natuurlijke begeerten en impulsen van de fysieke natuur zijn niet in strijd met zelfs de hoogste geestelijke vorderingen, behalve in het denken van onwetende, verkeerd onderrichte mensen, of mensen die helaas al te consciëntieus zijn.

34:7.8 Nu ge de weg van het eeuwig leven zijt ingeslagen, nu ge uw aanstelling hebt aanvaard en uw orders om voorwaarts te gaan hebt ontvangen, moet ge niet bang zijn voor de gevaren van menselijke vergeetachtigheid en van de onstandvastigheid van stervelingen; raak niet verontrust door twijfel aan uw welslagen of door verbijsterende verwarring, wankel niet en trek uw status en positie niet in twijfel, want in ieder donker uur, bij iedere kruising van de weg waarop ge voortworstelt, zal de Geest van Waarheid altijd spreken en tot u zeggen: ‘Dit is de weg.’

34:7.9 [Aangeboden door een Machtige Boodschapper die tijdelijk is aangesteld om op Urantia te dienen.]